Vitamine C (ascorbinezuur)
Lichaamscellen
Als belangrijke antioxidant helpt vitamine C mee om de lichaamscellen te beschermen tegen schadelijke invloeden van buitenaf.
Weefselvorming
Vitamine C draagt bij aan de vorming van collageen. Deze stof is weer van belang voor de opbouw en structuur van weefsels in bloedvaten, spierpezen, kraakbeen, tandvlees, botten en de huid.
Zenuwstelsel
Vitamine C is onder andere van belang voor een goede functie van de neurotransmitterreceptoren. Dit zijn de deeltjes in het zenuwstelsel die de signalen van de zenuwcellen ontvangen.
Weerstand
Vitamine C beïnvloedt onder andere de vorming van antilichamen, die van belang zijn voor het in stand houden van een gezond immuunsysteem.
Opname van ijzer
De zuurgraad van vitamine C zorgt ervoor dat ijzer uit de voeding geabsorbeerd wordt en daarmee beter opgenomen kan worden.
Psychologische functies
Een gebrek aan vitamine C kan leiden tot depressie en een slecht functioneren van normale psychologische functies (zoals het denkvermogen, geheugen en concentratievermogen).
Energie
Vitamine C is nodig voor de energiehuishouding. Dat komt omdat vitamine C betrokken is bij de vorming van carnitine. Dit aminozuur is nodig voor de productie van energie in de lichaamscellen.
Hoeveel hebt u nodig en waar zit het in?
De aanbevolen dagelijkse hoeveelheid van vitamine C is 80 mg.
De maximaal veilige hoeveelheid van vitamine C is 2000 mg.
Vitamine C krijgt u uit voeding binnen via groenten en fruit. Zoals koolsoorten, paprika, kiwi’s, citrusvruchten en aardbeien. Een glas sinaasappelsap (100 ml) bevat bijvoorbeeld 25 mg vitamine C en een grote lepel gekookte groente 10 mg.
