Welk type eter bent u?

Merkt u dat u naar snacks of snoep grijpt als u emotioneel bent? Krijgt u zin in iets te eten als u eten ziet of ruikt? Of let u continu op welk eten u in uw mond stopt, omdat u non-stop op een dieet bent? U herkent zich vast wel in een van bovenstaande uitspraken, of misschien wel in meerdere. Er zijn verschillende redenen waarom mensen gaan eten en dat is niet altijd omdat we honger hebben. Hieronder vind je 6 verschillende type eters toegelicht.

1. De emotionele eter

Emotionele eters kunnen niet goed hongerprikkels en door emotie veroorzaakte prikkels van elkaar onderscheiden. Mensen eten hierdoor bij emoties zoals stress, boosheid of verdriet. Maar ook bij positieve emoties. Dit gedrag is vaak van kinds af aan aangeleerd waarbij eten een manier wordt om met emoties om te gaan. Denk aan een klein kind dat verdrietig is na bijvoorbeeld een val en vervolgens een snoepje krijgt om getroost te worden.

Meestal is het eten bij emotionele eters suikerrijk en bevat het veel vet. Ook heeft dit type eter vaak last van eetbuien. Als dit regelmatig voorkomt, is het belangrijk om te leren om op een andere manier met stress of emoties om te gaan. U kunt hiermee zelf aan de slag of begeleiding zoeken bij bijvoorbeeld een psycholoog.

Tip: Stel het eten door emoties uit. Begin met 10 minuten en probeer het uit te stellen tot een half uur. Het gevoel van trek zal verminderen. Zoek afleiding tijdens het ervaren van emoties door bijvoorbeeld te wandelen, te sporten of iemand te bellen.

2. De externe eter

Mensen met extern eetgedrag zijn geneigd om te eten door externe prikkels. De geur of aanblik van lekker eten kan voor hen reden zijn om te gaan smikkelen. Zien eten doet eten. Dit zijn vaak mensen die hun impulsen om te gaan eten niet goed onder controle kunnen houden. Bijvoorbeeld bij de bakker een warm croissantje met kaas kopen omdat het lekker ruikt terwijl u een gezonde boterham in uw tas heeft. Mensen met extern eetgedrag vinden het moeilijk om te stoppen met eten zolang er iets lekker op tafel ligt.

Tip: Ga niet met honger boodschappen doen. Houd u aan het boodschappenlijstje en koop niet impulsief ongezonde snacks, eenmaal in huis zijn die moeilijk te weerstaan. Neem een kleiner bord en schep deze niet te vol. Ruim de tafel af na het eten om te voorkomen dat urestjes eet.

3. De lijngerichte eter

Deze groep is sterk gericht op afvallen. Ze hebben vaak het idee dat ze niets lekkers mogen eten en vermijden veel voedsel. Door streng lijngedrag komt het lichaam in een soort beschermingstand. Het lichaam gaat minder energie verbranden in ruststand (u kacheltje gaat zuiniger branden) en er wordt een hongergevoel opgewekt omdat uw lichaam voedsel nodig heeft. Door deze honger ervaart u een strijd tussen eetlust en niet mogen eten. Deze strijd zorgt voor stress en op het moment dat u de strijd niet meer aankan gaat u zondigen. Het probleem is vaak dat mensen hierin doorslaan en besluiten dan maar de hele dag te zondigen (“Ik heb nu wel eens iets lekkers verdiend!”). Zo ontstaan de bekende eetbuien. Aangezien de energieverbranding van het lichaam in een ruststand staat door het lijnen, komt u door de eetbuien vliegensvlug aan. Veel jojo’ers zullen zich hierin herkennen.

Tip: Sla geen maaltijden over, eet regelmatig en hecht veel waarde aan een goed ontbijt. Voedsel is niet verboden, maar eet gezond.

4. De onverzadigbare eter

Dit type eter heeft altijd trek en eet de hele dag door. Hierdoor wordt er consequent teveel gegeten en is er snel sprake van overgewicht. Meestal is het de hele dag door eten een gewoonte geworden en kan dus met een goede dosis zelfdiscipline weer worden afgeleerd.

Tip: houd voor een week of twee weken in een dagboekje bij wat u dagelijks eet. Ook kleine snacks of tussendoortjes schrijft u op. Hierdoor krijgt u meer inzicht in wat u dagelijks allemaal eet. Probeer dan vervolgens dit terug te brengen naar vaste eetmomenten zodat u lichaam hier gewend aan raakt en minder snel weer trek krijgt. Kies ook voor producten die verzadigen zoals volkorenbrood of zilvervliesrijst met veel vezels erin.

5. De dooreter

De dooreter ervaart tijdens het eten niet het verzadigingssignaal. Hierdoor blijft dit type eter door eten terwijl hij of zij al lang vol zou moeten zitten. Dit kan ook weer een kwestie zijn van gewoonte en hierdoor kunt u proberen dit af te leren. Wanneer u gedurende een langere tijd teveel eet, rekt de maagwand op en worden de receptoren die in de maagwand zitten minder gevoelig. Het signaal ‘vol’ wordt dan ook niet meer zo snel gegeven, omdat deze voor een langere periode door jou genegeerd is. U kunt dit wel weer resetten, zodat uw lichaam weer op het juiste moment het signaal vol gaat afgeven.

Tip: merkt u dat u meer eet dan vrienden of familie? Bouw dan langzaam af en houd portiegroottes aan waarbij u de voor jou aanbevolen dagelijkse hoeveelheid calorieën binnenkrijgt. U kunt dit ook bijhouden in een speciale app met een voedingslogboek zodat u hier meer inzicht in krijgt. Voor vrouwen vanaf 18 jaar geldt het advies om dagelijks ongeveer 2000 kcal binnen te krijgen, voor mannen is dit 2500 kcal. Dit is een gemiddelde en is per persoon uiteraard verschillend. U kunt ook langsgaan bij een diëtist, voedingsdeskundige of gewichtsconsulent om u te helpen af bouwen met eten.

6. De snelle eter

Bij de snelle eter knippert u met uw ogen en het eten is op. De snelle eter kauwt nauwelijks op het eten en eet hierdoor te snel. Kauwen is juist belangrijk, omdat in speeksel een enzym zit wat helpt bij het verteren van bijvoorbeeld koolhydraten. Kauwen is dus een voorbereidingsproces wat uw maag en darmen gaat helpen het eten makkelijker te verteren. Ook duurt het altijd even voordat uw maag het verzadigingsgevoel afgeeft. Als u te snel eet, geeft uw lichaam het signaal te laat af waardoor u meer eet dan nodig.

Tip: voor dit type eters is het belangrijk om er op te letten goed te kauwen en rustig te eten. Bewust worden van uw eetgedrag is hierbij een eerste goede stap.

Herkent u zich in bovenstaande types? Laat ons weten welke type of welke typen eters u bent in een reactie onderaan dit blog.